We gingen in gesprek met Cindy Moorman, Kunstenaar en bedenker van de performance ‘Het Wij en de Objecten’ dat we afgelopen maanden uitgevoerd hebben in het kader van het tienjarig bestaan van Kunstpodium T in 2018.

Cindy Moorman is in 2018 master geweest bij Kunstpodium T tijdens het Apprentice/ Master project. Samen met Apprentices Jaleesa MalléeAngyvir Padilla en Carla Lavin exposeerde zij haar werk van 31 mei tot 17 juni in Kunstpodium T onder de titel ‘ The I and the Others’.

Je bent meester geweest, hoe was deze ervaring voor jou?
Meester zijn vond ik een uitdaging en dan vooral bedenken wat het inhoudt om beroepskunstenaar te zijn en hoe je vanuit deze rol jonge kunstenaars het beste kunt inspireren en begeleidden. Ik denk dan vaak terug aan mijn eigen ervaring als jonge maker en wat ik in die tijd zelf graag wilde leren. Daarnaast was het project ook een uitdaging omdat we een internationaal gezelschap waren en we in het begin enkel mogelijk was om digitaal contact te hebben. Toen we elkaar fysiek ontmoetten, bijvoorbeeld in de tuin bij Kunstpodium T, merkte ik dat ons contact veranderde en dat onze gesprekken ook interessanter werden. We kwamen tot de conclusie dat we op veel punten raakvlakken hadden met elkaar en op enkele punten wat verder van elkaar af stonden. Tijdens het project hebben we geprobeerd om samen te komen en iets relevants te maken in de hoop de bezoeker nieuwe inzichten te bieden.

 

Het is niet de eerste keer dat je een performance hebt geschreven. Hoe was deze ervaring? Verschilde die veel van je gebruikelijke proces?
Het was inderdaad niet de eerste keer dat ik een performance schreef, maar het was voor mij een heel ander proces. Meestal richt ik me op de ruimte wanneer ik het scenario voor een performance schrijf. Dan stel ik mezelf vragen als; Waar komen de performers binnen en hoe verlaten ze de ruimte weer? Maar in dit geval had ik die houvast niet omdat het ging om een performance die meerdere malen zou worden vertoond op verschillende locaties. Daarnaast was het voor mij ook anders omdat er een repetitieproces ontbrak. Normaal gesproken werk ik samen met performers die ik instrueer en waar ik vervolgens mee reperteer ,maar dit keer werd de performance uitgevoerd door mensen zonder enige achtergrond op het gebied van performing. Daardoor ben ik veel meer gaan kijken naar hoe het voor deze mensen moet zijn om mijn werk uit te voeren. Voor mij was het daardoor
belangrijk dat de performance simplistisch was en tegelijkertijd ook iets mee kon geven aan de toeschouwer.

 

Wat hoopte je te bereiken met de performance?
Voor de performance ‘Het Wij en de Objecten’ heb ik nagedacht over een ruimtelijk scenario. Bijvoorbeeld hoe de bezoekers in relatie staan tot het werk en de kunstenaar. Daarnaast zijn de de foto’s die gemaakt zijn van de performance weer een op zichzelf staand kunstobject. Mensen zullen wellicht denken; Waarom dragen die mensen gele kleren, en wat doen ze in die driehoek? Dat je je dingen af kunt vragen over menselijke relaties, dat vind ik interessant.

 

Kunstpodium T bestaat dit jaar 10 jaar, wat betekent dat voor jou?
Natuurlijk had ik al eerder van Kunstpodium T gehoord, maar dit jaar ben ik voor het eerst persoonlijk in aanraking gekomen met de organisatie. Wat me vooral opvalt is dat er bij Kunstpodium T niet enkel wordt gekeken naar hoe kunst tentoon gesteld kan worden, maar ook hoe er een bijdrage geleverd kan worden aan de ontplooiing van de kunstenaar en de uitdraging van zijn/haar kunstenaarschap. Een waardevolle toevoeging binnen de Brabantse kunstsector!